Samenvatting hoofdstuk 14 en 15

Samenvatting hoofdstuk 14/15

Hoofdstuk 14 ITC
14.1
Technologische ontwikkelingen. Hierdoor veranderd de hele maatschappij. Zoals in je privé leven en op je werk.
Verkeerscontroles worden steeds strengen door de betere apparatuur
Vanuit je stoel kun je tegenwoordig je bankzaken regelen. Dit doe je op het internet via internetbankieren.
Via je mobiel ben bijna altijd en makkelijk bereikbaar. Dit is handig want als je ergens naar toe moet en de route is toch anders kun je altijd gebeld worden. Ook als je plotseling informatie nodig hebt kan je via je mobiel op het internet komen. Dit noemen we wappen. Zo hoef je ook niet meer naar de bibliotheek.
In de tuinbouw gaat vrijwel alles nu automatisch met apparaten die je van te voren moet instellen. In de winkels kun je de producten scannen en zo weten de mensen van de winkel hoeveel van wat verkocht word enz.
Je kunt nu ook boodschappen doen op het internet. Je hoeft nu de deur niet meer uit. Dit heet teleshoppen.
Ook gaan vele dingen via de e-mail.

14.2
Toepassingen in de technologie binnen de sector zorg en welzijn.
· Doordat de technologie steeds veranderd wordt het steeds beter. Dus ook voor de medische zorg. Veel huisartsen hebben een computer systeem waar ze alles van de patiënten invullen. En ze kunnen der zelf ook informatie op zoeken
· Ook bij instellingen maken ze veel gebruik van de technologie. Bijvoorbeeld voor het schoonmaken, het eten bereiden en het linnenonderhoud. Ze hoeven alleen de machine goed in te stellen en de automaat doet het vanzelf.
· Domotica maakt het leven in het huis gemakkelijker voor sommige mensen. Bijna alles staat met elkaar in verbinding.Bijvoorbeeld:
- Alle lampen in de huiskamer gaan uit en die in de gang en de douche gaan aan
- De verwarming gaat op 16 graden en de televisie gaat uit
- Inbraakbeveiliging gaat aan
- Als het te donker in de kamer is gaan er lichten aan
- De tempratuur wordt automatisch geregeld
- Zonnewering gaat naar benenden als de zon op de ramen schijnt
- De ventilator werkt harder als je staat te koken
- Deuren gaan vanzelf open als je er voorstaat
- Als het toilet een tijd niet gebruikt wordt gaat het licht vanzelf uit.De voordeur heeft een videocamera, zo kun je zien wie er voor de deur staat.
- Alle lichten kunnen op één punt worden uitgeschakeld
- Alle apparaten kunnen op één punt worden uitgeschakeld
- In alle kamers is één aansluiting voor telefoon

Domotica staat voor: Veiligheid en gemak.

14.3
Mogelijkheden op de computer
De computer gebruik je vaak als hulpmiddel. Hier een paar voorbeelden:

-Je kunt bestanden koppelen aan verschillende computers. Doordat je dat doorstuurt naar elkaar. Ook word dit vaak gebruikt in ziekenhuizen over de hele wereld.
-Er bestaat ook nog telecommunicatie. Dit betekend dat een chirurg in de VS via een computer in Nederland kan opereren. Zo kunnen operaties die eigenlijk in Nederland niet kunnen toch worden uitgevoerd.
-Robotica is onmisbaar. Vooral bij de vervoersbedrijven:

- Een hef of draaibrug boven een kanaal kan gecomputergestuurd zijn
- Een trein kan zonder machinist rijden
- Moderne vliegtuigen kunnen niet meer zonder computergestuurde boordwerktuigen.


- Bedrijven kunnen doormiddel van programma’s alles bijhouden van hun bedrijf. De computer maakt tabellen en dan is alles overzichtelijk.
- Met bepaalde programma’s kun je ook de administratie doen. Dit is vooral handig voor bedrijven. Zo kunnen ze makkelijk de vakantie dagen enz bijhouden.
- Via de computer kan je ook informatie met elkaar uitwisselen. Doormiddel van: Netwerk, internet, e-mail, en een databank
- Ook kun je op de computer tekstverwerken. Hierbij kun je brieven en verslagen schrijven. Je kunt dan de tekst ook nog veranderen van vorm en grote.
- Op de computer kan je ook verschillende software plaatsten om allerlei gegevens bij te houden.

Woorden die temaken hebben met de technologie:
- Server = De hoofdcomputer die het netwerk van programma’s voorziet
- Modem = apparaat wat de computer verbindt met de kabel
- Provider = de versterker van informatie
- Word wide web = netwerk van alle computer over de wereld
- Downloaden = gegevens van internet halen en op je computer opslaan
- Chatten = praten met andere via een computerprogramma
- ADSL = Asymmetric Digital Subscribe\r Line

Hoofdstuk 15 receptie werkzaamheden
15.1
De eerste indruk.
Als je bij een receptie werkt is de eerste indruk heel erg belangrijk. Jou taak is om mensen de ontvangen en ze door te verwijzen. Je presentatie is dus belangrijk. Zorg daarom dat je:
- Schoon bent en fris ruikt
- Verzorgde nagels hebt
- Schoon en gekamd haar hebt
- Kleding en schoenen aanhebt die heel zijn
- Make-up op hebt die niet te opvallend is
- Rechtop staat
- Goed Nederlands spreekt
- Geen kauwgom in je mond hebben
- Vriendelijk kijken
- Geduldig en beleefd zijn
- Iedereen met u aanspreken
De ruimte waar je werkt is ook belangrijk. Je moet de ruimte gezellig maken. En het moet er schoon en opgeruimd zijn.

15.2
Cliënten ontvangen
Als je mensen ontvangt moet je die bijna altijd weer doorverwijzen naar iemand anders. Vaak moeten ze ook even wachten voordat ze aan de beurt zijn. Je kan er dan voor zorgen dat de wachtruimte er uitgenodigd uitziet:
- De tafels en stoelen regelmatig op zijn plaats zetten
- Tijdschriften en folders op stapeltjes leggen
- Een hoekje met speelgoed voor kinderen inrichten
En als je de jassen aanneemt moet je ook nog een goede garderobe hebben.
Ook moet je goed omkunnen gaan met vertrouwelijke informatie. Veel mensen moeten zich registreren en geven dan persoonlijke informatie aan jou door. Je moet dit voor jezelf houden en mag dit niet doorvertellen. Alleen aan collega’s
omgaan met vragen en klachten
Wanneer mensen vragen of klachten hebben komen ze meestal als eerste naar jou toe. Je kunt dan het volgende doen:
- Luister goed naar de klant
- Blijf beleefd en geduldig
- Probeer je in te leven in de situatie
- Beloof niets wat je niet waar kunt maken
- Maak een aantekening van de klacht
- Geef de klacht door aan diegene die de klachten behandeld
- Vertel de klacht hoe het wordt afgehandeld.

15.3 omgaan met communicatie middelen:
Bij dit soort banen moet je vaak de telefoon opnemen en telefoontjes plegen. Er zijn hier een paar regels voor:
- Zeg goedemorgen/middag noem de naam van de instelling en dan pas je eigennaam
- Luister aandachtig en vraag als je het niet begrijpt
- Verbind de beller door als dat nodig is
- Noteer het telefoon nummers als de beller terug gebeld moet worden
- Rond het gesprek af en herhaal alles nog een keer
- Sluit af met dag mevrouw/meneer

Veel instellingen gebruiken een speciaal telefoon formulier. Hier moet worden ingevuld:
- Naam van de beller en de naam van het bedrijf of instelling
- Datum en tijdsstip van het gesprek
- Voor wie er gebeld is
- Het onderwerp waarvoor gebeld is
- Welke afspraken er gemaakt zijn

15.4 de intercom
De intercom kun je gebruiken voor het doorgeven van berichten binnen een gebouw. In iedere kamer staat een ontvanger en een verzender. Veel bedrijven maken gebruik van een intercom. Dit is makkelijk en handig en de berichten komen goed door.

15.5 de fax
Een fax is een apparaat waarmee je berichten kunt versturen via de telefoonlijn. De gegevens van het papier worden doorgestuurd en bij iemand anders weer op papier afgedrukt. Zo komt een bericht helemaal precies bij iemand anders op papier. Het bedienen van een fax is vrij eenvoudig. Je moet wel een paar gegevens vermelden:
- De naam van de geadresseerde
- De naam van de afzender
- Het aantal pagina’s
- Hoe de ander moet reageren
Bij het binnenkomen van de fax moet je hem naar de juiste persoon brengen. Je kunt de fax dan inboeken. Hierop vul je in:
- De datum en het tijdstip van de binnengekomen fax
- Voor wie de fax bestemt is
- Wie de fax verzonden heeft
Vaak worden deze gegevens als afgedrukt dus hoef je ze niet nog een keer te noteren.

15.6
Op iedere werkplek is wel een computer aanwezig. Hiermee is het makkelijk om met elkaar te communiceren. Dit gaat vooral via de e-mail
Bij een e-mail sturen gelden ook een paar regels:
- Wees ook beleefd in een e-mail
- Beantwoord je e-mail zo spoedig mogelijk
- Eindig je e-mail met het vermelden van je naam en telefoon nummer.